De Spaanse Waterhond
De Spaanse Waterhond of Perro de Agua Español is een hondenras dat nog niet heel erg bekend is in Nederland.
De Spaanse Waterhond is een niet verharend hondenras afkomstig uit Spanje. Met name uit Andalusië.
De Spaanse Waterhond is als hondenras ingedeeld in FCI Groep 8, sectie 3, waterhonden, nummer 336
Nederlandse Rasstandaard
Perro de Agua Español / Spaanse Waterhond
FCI indeling:
Groep 8, sectie 3, Waterhonden, nummer 336
Land van oorsprong:
Spanje
Gebruik:
Gebruikt als herdershond, jachthond, vissershond
Korte geschiedenis van het ras
De aanwezigheid van deze hond op het Iberische schiereiland bestaat sinds het begin van de tijd en behoort tot dezelfde familie als de oude Barbet. De hoofdpopulatie heeft zijn basis in Andalusië waar hij gebruikt werd als herdershond en hij reeds eeuwen bekend stond als ‘Turkenhond’ of ‘Turkse hond’. Zijn eigenschappen, en vooral zijn vacht, is perfect aangepast aan het veranderlijke weer van de moerasachtige streek (soms nat en soms droog), wat hem kwalificeert als herdershond, als hulp van de vissers en van de jager op waterwild in deze streken.
Algemene verschijning
Rustieke hond, goed geproportioneerd (met gemiddeld gewicht), dolichocephalic (lange smalle schedel), eerder gestrekte lichaamsbouw, harmonisch gebouwd, aantrekkelijk profiel, atletisch en goed gespierd dankzij regelmatige oefening; profiel is rechtlijnig; Goed ontwikkelde reukzin, zicht en gehoor.
Belangrijke proporties / maten
Lengte van het lichaam/schofthoogte: 9/8.
Borstdiepte/schofthoogte: 4/8.
Lengte voorsnuit/lengte schedel: 2/3.
Karakter
Trouw, gehoorzaam, vrolijk, goede / harde werker, evenwichtig, moedig en zeer verstandig. Zeer leergierig dankzij een buitengewoon bevattingsvermogen. Past zich aan elke voorwaarde en situatie aan.
Hoofd
Sterk, elegant gedragen
Schedel
Platte schedel, jachtknobbel bij onmerkbaar, stop licht aangeduid
Voorsnuit
Rechtlijnig profiel
Neus en neusspiegel
Goed ontwikkelde neusgaten, neusspiegel heeft dezelfde kleur of is donkerder dan die van de vacht.
Lippen
Goed aangeduide mondhoek
Tanden
Goed gevormd, wit, grote hoektanden.
Ogen
Licht schuin en goed uit elkaar geplaatst, met veel uitdrukking, licht tot kastanje bruin aangepast aan de vachtkleur. Bindvlies niet zichtbaar
Oren
Middelhoog aangezet, driehoekig en hangend
Hals
Kort en goed gespierd, zonder keelhuid. Perfect aan de schouders aangezet
Lichaam
Robuust
Bovenbelijning
Recht
Schoft
Licht aangeduid
Rug
Recht en sterk
Borst
Breed en diep, ribben goed gewelfd van een diameter die grote ademhalingsmogelijkheid toelaat.
Kroep
Licht aflopend
Onderbelijning en buik
Buik licht opgetrokken
Staart
Middelhoog aangezet, het couperen dient te gebeuren van de 2de tot de 4de staartwervel.
Sommige exemplaren hebben een aangeboren kortstaart.
NB. In Nederland en veel andere landen is het couperen van de staart verboden. Inmiddels wordt in Spanje ook niet meer gecoupeerd.
Ledematen
Voorhand
Algemene verschijning
Stevig en recht
Schouders
Goed gespierd, en schuin aanliggend
Bovenarm
Sterk en schuinliggend
Ellebogen
Goed aan de borstkas aanliggend en parallel
Onderarm
Krachtig en recht
Polsen en voorvoetmidden
Recht eerder kort
Voeten
Rond en goed aangesloten, nagels in alle kleuren toegelaten, voetkussens met goed weerstandsvermogen
Achterhand en ledematen
Algemene verschijning
Perfect loodrecht, hoeking niet overdreven en met spieren die de mogelijkheid hebben om het lichaam bij het lopen energieke stuwing te geven en de nodige vering voor gemakkelijke en elegante sprongen te maken.
Bovenbeen
Lang en goed ontwikkeld
Onderbeen
Goed ontwikkeld
Spronggewricht
Goed neergelaten
Achtermiddenvoet
Kort, droog en loodrecht op de bodem
Achtervoeten
Idem als voorvoeten
Gangwerk
Bij voorkeur de draf.
Huid
Soepel, fijn en het lichaam goed omsluitend. Kan kastanjebruin, zwart of gedepigmenteerd zijn, volgens kleur van de vacht, evenals de slijmvliezen.
Vacht
Altijd gekruld en met wollige textuur. Gegolfd of gekruld indien kort, lang kan het koorden vormen.
Het scheren dient steeds volledig en gelijk te gebeuren, en mag geen esthetisch doel hebben.
De lengte van de showvacht is van 3cm tot 12cm.
Kleur
Eenkleurige
Wit, zwart en bruin in verschillende schakeringen
Tweekleurige
Wit-zwart, zwart-wit, bruin-wit en wit-bruin in alle schakeringen, de tweede kleur dient steeds wit te zijn.
Driekleurige exemplaren alsook dalmatiër zijn niet toegelaten.
Grootte en gewicht
Schofthoogte:
Reuen 44 – 50 cm
Teven 40 – 46 cm
Met een tolerantie van 2 cm omhoog indien de hond harmonisch gebouwd is, en voldoet aan de rest van de standaard.
Gewicht:
Reuen 18 – 22 kg
Teven 14 – 18 kg
Fouten
Zware fouten
Zadelrug, Afwijkingen van de loodrechte stelling, hangbuik of extreem opgetrokken buik.
Diskwalificerende fouten
Onstabiel karakter, ondervoor of bovenvoorbijter, wolfsklauwen, mono-of crytorchiden, rechte beharing, driekleurige, tweekleurige waarvan de tweede kleur niet wit is, dalmatiër en albinisme.
Opmerking: De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
Historie van de Spaanse Waterhond. De aanwezigheid van deze hond op het Iberische schiereiland bestaat sinds het begin van de tijd. Hij behoort tot dezelfde familie als de oude Barbet. De hoofdpopulatie heeft zijn basis in Andalusië. Daar is hij gebruikt als herdershond en stond hij reeds eeuwen bekend als ‘Turkenhond’ of ‘Turkse hond’. Zijn eigenschappen, vooral zijn vacht, is perfect aangepast aan het veranderlijke weer van de moerasachtige streek (soms nat en soms droog). Dit kwalificeert hem als herdershond, als hulp van de vissers en van de jager op waterwild in deze streken.
Erkenning van de Perro de Agua Español
De Perro de Agua Español werd voor werkdoeleinden vaak van achter geschoren. Wat heden ten dage bij de poedel en de Portugese Waterhond gebruikelijk is.
In 1975 zijn twee pioniers, Antonio Garcia Perez en Santiago de Montesinos, zich gaan bezighouden met de inventarisatie van de Perro de Agua Español. Dit deden ze bij schaapherders, geitenhoeders en jagers uit de bergen in de regio van Malaga en Cadiz en bij vissers uit Andalusië. Daarna zijn zij begonnen met het uitzoeken van de honden met de, naar hun inzicht, meest opvallende ‘Perro de Agua Español eigenschappen’. In samenwerking met het comité voor Spaanse rassen is in 1980 de Perro de Agua Español club van Spanje opgericht. Devoorzitter werd Santiago de Montesinos. Van 1980 tot mei 1985 werd op hondenshows in Spanje de Perro de Agua Español ‘voorgesteld’ aan de kynologie.
In 1985 werd het toegestaan dat een Perro de Agua Español (Spaanse Waterhond) meedeed met de internationale hondententoonstelling van Madrid. Hierna werden 40 Spaanse Waterhonden uit de regio van Malaga en Cadiz en 5 uit Santander door de eigenaren uitgeleend om aan shows in Spanje te gaan deelnemen. Uiteindelijk resulteerde dit in de FCI erkenning van de Perro de Agua Español in groep 8, sectie 3 met als nummer 336 (S. Alonso, 2001).
Perro de Agua Español in Nederland
Historie van de Spaanse Waterhond in Nederland. De eerste Spaanse Waterhond is in 1996 officieel in Nederland geïmporteerd en dus ingeschreven in het Nederlands hondenstamboek (NHSB).
Het eerste nestje werd in Nederland gefokt in 1998.
Daarna is het ras gegroeid en momenteel zijn er zo’n 1.600 Spaanse Waterhonden in Nederland ingeschreven in het NHSB.
Vachtverzorging van de Spaanse Waterhond
De Spaanse Waterhond verliest zeer weinig haar en kent niet de tweejaarlijkse
ruiperiode die andere honden wel hebben. Mede daardoor is de vachtverzorging van de Spaanse Waterhond anders dan die van veel andere hondenrassen.
De haren van de Spaanse Waterhond hebben een natuurlijke bescherming tegen vocht en is van een zodanige structuur dat het niet of nauwelijks water vasthoudt. De kortgeschoren Spaanse Waterhonden zijn dan ook zeer snel weer droog. Wanneer de vacht langer is, blijft de vacht langer nat.
Als u de Spaanse Waterhondvaak met zeep wast, zal deze bescherming verdwijnen. Wenst u de Perro toch te wassen, doe dit dan wel steeds met een verdunde hondenshampoo (1/10).
Niet borstelen
De vachtverzorging van de Spaanse waterhond houdt in dat er niet geborsteld of gekamd mag worden. De vacht mag wel worden geknipt of geschoren, dit echter op één lengte. De Spaanse waterhond heeft van nature een krullende vacht. Wanneer de vacht langer wordt, vormt deze koorden.
De onder- en bovenvacht van de Spaanse Waterhond groeien in elkaar waardoor klitten ontstaan. Deze klitten worden met de handen uit elkaar gescheurd (indien nodig), zodat er strengen ontstaan. Dit scheuren moet gebeuren om te voorkomen dat er een soort viltlaag op de huid van de Spaanse waterhond zou ontstaan waardoor er geen lucht meer aan de huid kan komen.
Scheren
Bij de vachtverzorging van de Spaanse Waterhond hoort dat minimaal 1 keer per jaar de vacht moet worden geschoren, maar vaker mag natuurlijk altijd, al naar gelang de persoonlijke voorkeur. Hierbij moet de hele vacht eraf worden geschoren (ook op de staart, kop en oren), om het rastypische uiterlijk te behouden. Er wordt dus geen model geschoren. Zie ook het kopje vacht bij de FCI rasstandaard.
De vacht van de Perro groeit ongeveer 1 cm per maand. Pups worden vaak voor de eerste keer geschoren op een leeftijd van 4 maanden.
In Spanje worden de Spaanse Waterhonden mee geschoren met de schapen. De lengte waarop wordt geschoren is meestal tussen de 0,5 en 1,2 centimeter.
De hond kan in elk jaargetijde geschoren worden. Het lichaam van de hond past zich binnen een dag aan aan de omgevingstemperatuur. Het enige waarop gelet moet worden is zonnebrand. Een hond die net geschoren is moet niet te lang in de brandende zon verblijven. Als de hond geschoren wordt, moeten ook de haren tussen de voetzooltjes geknipt worden. In de winterperiode is het sowieso verstandig deze haren te knippen, omdat zich in deze haren ijs kan verzamelen en dit kan wondjes veroorzaken bij de gevoelige voetzooltjes.
Lange vacht
Om een Spaanse waterhond uit te brengen op de tentoonstelling geldt er een minimumlengte van de vacht van 3 cm en de maximale lengte waarmee een hond mag worden geshowd is 12 cm (gladgestreken 15 cm).
Wanneer u besluit de vacht van uw hond lang te laten groeien moet u rekening houden met extra verzorging van de vacht. Wen uw hond dan van jongs af aan dat de vacht moet worden verzorgd (onderhaar verwijderen, koorden uit elkaar halen). Vaak gaat het niet vanzelf en daarnaast brengt uw hond in de lange vacht extra vuil naar binnen (zand, takjes etc.).
Controleer de vacht regelmatig op vuil en takjes, hierdoor ontstaan gemakkelijk klitten!
Verkleuren van de vacht
Als je een bruine hond hebt en deze scheert, dan is de kans groot dat de vacht na het scheren een andere kleur heeft dan daarvoor. Dit kan bijtrekken naarmate de vacht weer langer wordt, maar het kan ook zijn dat de vachtkleur blijvend verandert.Bij een witte of een zwarte hond blijft de vacht na het scheren zijn eigen kleur behouden. Een zwarte hond kan onder invloed van zon en water wel bruin opkleuren. Dit zien we vooral op langere vacht.
Verzorging van de oren
Bij de vachtverzorging van de Spaanse Waterhond horen ook de oren. In de oren van de Spaanse waterhond groeit ook haar. Doordat de vacht van de Spaanse Waterhond doorgroeit en geen rui kent, groeien de haren in de oren ook door. Hierdoor kunnen haarproppen in de oren ontstaan, waarin viezigheid kan blijven hangen en daardoor broei kan ontstaan. Deze warmere omgeving is een ideale plek voor oormijt, waar de Spaanse Waterhonden dan ook gevoelig voor zijn.
Om te voorkomen dat viezigheid en eventueel oormijt in de oren terechtkomen, kunt u de haren in de oren verwijderen. Dit kan door eens in het half jaar de haarproppen eruit te trekken. Dit kan door een dierenarts of trimster gedaan worden. Als de haren verwijderd zijn, is het verstandig om met een oor-clean middel het oor schoon te maken. De haren kunnen ook uit de oren worden geplukt beetje bij beetje, wanneer de hond bijvoorbeeld op schoot ligt. Ervaring leert ook dat het mogelijk is om helemaal niets aan de oren te doen. Let dan wel op dat zodra er ontstekingen plaatshebben, er wel behandeld moet worden.
Verzorging van de ogen
Ook aan de ogen moet soms wat extra aandacht worden besteed.
Door de structuur en de langere doorgroeiende vacht blijft er vaak traanvocht hangen, waardoor dit samen met wat aanwezig vuil of zand in kan drogen en het harde stukjes bij de ooghoeken vormt. Dit is makkelijk te verwijderen door met de duim(nagel) en wijsvinger dit restje vast te pakken en uit de vacht te trekken. Mocht er een traanstreep aanwezig zijn dan kunt u deze verwijderen met een watje gedoopt in afgekoeld uitgekookt water. Als dit regelmatig gebeurt, vindt de hond het ook geen probleem.